Skip to main content

Er is steeds meer vraag naar vleesvervangers. In 2020 heeft de helft van de huishoudens een of meerdere keren vleesvervangers gekocht. Experts verwachten dat er binnen 10 jaar evenveel vleesvervangers als vleesproducten in de supermarkten liggen. Maar wat is het effect van vlees en vleesvervangers op het milieu en hoe duurzaam zijn de alternatieven voor vlees?

Vleesvervangers scoren beter

Studies hebben aangetoond dat over de gehele levenscyclus van vlees en vleesalternatieven beschouwd dat vleesvervangers beter scoren dan reguliere vleesproducten op klimaatverandering, watergebruik en landgebruik.

Milieueffecten van vlees en vleesvervangers

Verschil op klimaatverandering

De verschillen tussen vleesvervangers onderling op het gebied van klimaatverandering zijn niet zo groot als bij reguliere vleesproducten. De impact op de klimaatverandering ligt bij vleesvervangers, die geen dierlijke producten bevatten, tussen de 1.8 en 4.6 kg CO2-equivalenten. Voor de reguliere vleesproducten schommelt dat tussen de 6.2 en 22.1 kg CO2-eq. Dat is beduidend horen dan de vegetarische alternatieven. De carbon footprint kan ook omlaag worden gebracht door bij de bereiding van het product gebruik te maken van plantaardige oliën in plaats van boter.

Effect op landconversie

Van vleesvervangers zijn de effecten van landconversie (LUC) in absolute zijn lager dan die van reguliere vleesproducten. De oorzaak daarvan is dat een gedeelte van het veevoer uit soja bestaat, dat meestal uit Zuid-Amerika komt. Daar worden voor de sojaplantages bossen gekapt. Bij sommige vleesvervangers bestaat het hoofdbestanddeel ook uit sojaproducten, maar het effect daarvan op ontbossing en dergelijke is lager (maximaal 1.5 kg CO2-LUC) dan van elk soort regulier vlees (minimaal 2.5 kg CO2-eq per kilo gegeten vleesproduct).

Verschil bij watergebruik

Alle vleesvervangers scoren op het gebied van watergebruik beter dan reguliere vleesproducten. Hamburgers van rundvlees gelden als de grootste watergebruikers: 430 liter per kilogram bereid product. Voor half-om-halfgehakt is het watergebruik 265 liter/kg, voor kipfilet 109 liter/kg en voor varkensvlees 95 liter/kg. Bij vleesvervangers is het hoogst gemeten watergebruik 77 liter/kg. Dat is gemeten bij lupine worstjes die voor een relatief groot deel uit dierlijke producten bestaat. De rest van de vleesvervangers ligt daar (ver) onder.

Landgebruik

Alle vegetarische alternatieven scoren op het gebied van landgebruik ook beter dan reguliere vleesproducten. De oorzaak daarvan is het verbouwen van veevoer voor de productie van vlees. Bovendien valt op dat een groot deel (25 tot 50%) van het landoppervlak wordt gebruikt voor de productie van karton voor verpakkingen. Minder karton leidt dus tot minder landgebruik.

Vleesvervangers scoren dus aanzienlijk beter op het gebied van duurzaamheid van reguliere vleesproducten.

Hit enter to search or ESC to close